Information about the word derailleren (Dutch → Esperanto: elreliĝi)

Synonym: ontsporen

Part of speechverb
Pronunciation/derɑˈjerə(n)/
Hyphenationde·rail·le·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) derailleer(ik) derailleerde
(jij) derailleert(jij) derailleerde
(hij) derailleert(hij) derailleerde
(wij) derailleren(wij) derailleerden
(jullie) derailleren(jullie) derailleerden
(gij) derailleert(gij) derailleerdet
(zij) derailleren(zij) derailleerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) deraillere(dat ik) derailleerde
(dat jij) deraillere(dat jij) derailleerde
(dat hij) deraillere(dat hij) derailleerde
(dat wij) derailleren(dat wij) derailleerden
(dat jullie) derailleren(dat jullie) derailleerden
(dat gij) derailleret(dat gij) derailleerdet
(dat zij) derailleren(dat zij) derailleerden
Participles
Present participlePast participle
deraillerend, deraillerende(zijn) gederailleerd

Usage samples

Joost wéét dat, al vertoond hij van tijd tot tijd neigingen te derailleren.

Translations

Catalandescarrilar
Czechvykolejit
Englishderail
Esperantoelreliĝi; dereliĝi; eltrakiĝi
Germanentgleisen
Spanishdescarrilar