Information about the word monopoliseren (Dutch → Esperanto: monopoligi)

Part of speechverb
Pronunciation/monopoliˈzerə(n)/
Hyphenationmo·no·po·li·se·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) monopoliseer(ik) monopoliseerde
(jij) monopoliseert(jij) monopoliseerde
(hij) monopoliseert(hij) monopoliseerde
(wij) monopoliseren(wij) monopoliseerden
(jullie) monopoliseren(jullie) monopoliseerden
(gij) monopoliseert(gij) monopoliseerdet
(zij) monopoliseren(zij) monopoliseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) monopolisere(dat ik) monopoliseerde
(dat jij) monopolisere(dat jij) monopoliseerde
(dat hij) monopolisere(dat hij) monopoliseerde
(dat wij) monopoliseren(dat wij) monopoliseerden
(dat jullie) monopoliseren(dat jullie) monopoliseerden
(dat gij) monopoliseret(dat gij) monopoliseerdet
(dat zij) monopoliseren(dat zij) monopoliseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
monopoliseermonopoliseert
Participles
Present participlePast participle
monopoliserend, monopoliserende(hebben) gemonopiliseerd

Translations

Englishmonopolize
Esperantomonopoligi
Portuguesemonopolizar