Information about the word pagaaien (Dutch → Esperanto: pagaji)

Synonym: peddelen

Part of speechverb
Pronunciation/paˈɣaːjə(n)/
Hyphenationpa·gaai·en

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) pagaai(ik) pagaaide
(jij) pagaait(jij) pagaaide
(hij) pagaait(hij) pagaaide
(wij) pagaaien(wij) pagaaiden
(jullie) pagaaien(jullie) pagaaiden
(gij) pagaait(gij) pagaaidet
(zij) pagaaien(zij) pagaaiden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) pagaaie(dat ik) pagaaide
(dat jij) pagaaie(dat jij) pagaaide
(dat hij) pagaaie(dat hij) pagaaide
(dat wij) pagaaien(dat wij) pagaaiden
(dat jullie) pagaaien(dat jullie) pagaaiden
(dat gij) pagaaiet(dat gij) pagaaidet
(dat zij) pagaaien(dat zij) pagaaiden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
pagaaipagaait
Participles
Present participlePast participle
pagaaiend, pagaaiende(hebben) gepagaaid

Usage samples

Wel, ze zagen mijn eiland en pagaaiden erheen om een paar verse kokosnoten te eten.
Toen hij de lagune uit was, keek Inga snel even met de wind mee—het was een bijna heimelijke blik—toen zette hij zich schrap en pagaaide naar het oosten.

Translations

Englishpaddle
Esperantopagaji
Spanishremar sin apoyo