Information about the word memoriseren (Dutch → Esperanto: parkerigi)

Part of speechverb
Pronunciation/memoriˈzerə(n)/
Hyphenationme·mo·ri·se·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) memoriseer(ik) memoriseerde
(jij) memoriseert(jij) memoriseerde
(hij) memoriseert(hij) memoriseerde
(wij) memoriseren(wij) memoriseerden
(jullie) memoriseren(jullie) memoriseerden
(gij) memoriseert(gij) memoriseerdet
(zij) memoriseren(zij) memoriseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) memorisere(dat ik) memoriseerde
(dat jij) memorisere(dat jij) memoriseerde
(dat hij) memorisere(dat hij) memoriseerde
(dat wij) memoriseren(dat wij) memoriseerden
(dat jullie) memoriseren(dat jullie) memoriseerden
(dat gij) memoriseret(dat gij) memoriseerdet
(dat zij) memoriseren(dat zij) memoriseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
memoriseermemoriseert
Participles
Present participlePast participle
memoriserend, memoriserende(hebben) gememoriseerd

Translations

Englishmemorize
Esperantoparkerigi
Frenchapprendre par cœur
Hungariankívülrűl megtanul
Italianimparare a memoria; memorizzare
Portuguesememorizar