Information about the word vertogen (Dutch → Esperanto: argumenti)

Synonyms: argumenteren, betogen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vertoog(ik) vertoogde
(jij) vertoogt(jij) vertoogde
(hij) vertoogt(hij) vertoogde
(wij) vertogen(wij) vertoogden
(jullie) vertogen(jullie) vertoogden
(gij) vertoogt(gij) vertoogdet
(zij) vertogen(zij) vertoogden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vertoge(dat ik) vertoogde
(dat jij) vertoge(dat jij) vertoogde
(dat hij) vertoge(dat hij) vertoogde
(dat wij) vertogen(dat wij) vertoogden
(dat jullie) vertogen(dat jullie) vertoogden
(dat gij) vertoget(dat gij) vertoogdet
(dat zij) vertogen(dat zij) vertoogden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vertoogvertoogt
Participles
Present participlePast participle
vertogend, vertogende(hebben) vertoogd

Translations

Catalanargumentar
Englishmaintain; argue; contend; put forward; put forward arguments
Esperantoargumenti
Germanargumentieren; Beweisgründe vorbringen; schließen; folgern; als Grund dafür anführen
Hungarianérvel
Papiamentoargumentá
Portugueseargumentar
Russianаргументировать; розражать; доказывать
Saterland Frisianargumentierje; bewiese