Information about the word uitbenen (Dutch → Esperanto: senostigi)

Synonym: fileren

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) been uit(ik) beende uit
(jij) beent uit(jij) beende uit
(hij) beent uit(hij) beende uit
(wij) benen uit(wij) beenden uit
(jullie) benen uit(jullie) beenden uit
(gij) beent uit(gij) beendet uit
(zij) benen uit(zij) beenden uit
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) uitbene(dat ik) uitbeende
(dat jij) uitbene(dat jij) uitbeende
(dat hij) uitbene(dat hij) uitbeende
(dat wij) uitbenen(dat wij) uitbeenden
(dat jullie) uitbenen(dat jullie) uitbeenden
(dat gij) uitbenet(dat gij) uitbeendet
(dat zij) uitbenen(dat zij) uitbeenden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
been uitbeent uit
Participles
Present participlePast participle
uitbenend, uitbenende(hebben) uitgebeend

Translations

Englishfillet
Esperantosenostigi