Information about the word steriliseren (Dutch → Esperanto: steriligi)

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) steriliseer(ik) steriliseerde
(jij) steriliseert(jij) steriliseerde
(hij) steriliseert(hij) steriliseerde
(wij) steriliseren(wij) steriliseerden
(jullie) steriliseren(jullie) steriliseerden
(gij) steriliseert(gij) steriliseerdet
(zij) steriliseren(zij) steriliseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) sterilisere(dat ik) steriliseerde
(dat jij) sterilisere(dat jij) steriliseerde
(dat hij) sterilisere(dat hij) steriliseerde
(dat wij) steriliseren(dat wij) steriliseerden
(dat jullie) steriliseren(dat jullie) steriliseerden
(dat gij) steriliseret(dat gij) steriliseerdet
(dat zij) steriliseren(dat zij) steriliseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
steriliseersteriliseert
Participles
Present participlePast participle
steriliserend, steriliserende(hebben) gesteriliseerd

Translations

Englishsterilize
Esperantosteriligi
Portugueseesterilizar