Information about the word bewasemen (Dutch → Esperanto: vaporkovri)

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈʋasəmə(n)/
Hyphenationbe·wa·se·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bewasem(ik) bewasemde
(jij) bewasemt(jij) bewasemde
(hij) bewasemt(hij) bewasemde
(wij) bewasemen(wij) bewasemden
(jullie) bewasemen(jullie) bewasemden
(gij) bewasemt(gij) bewasemdet
(zij) bewasemen(zij) bewasemden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bewaseme(dat ik) bewasemde
(dat jij) bewaseme(dat jij) bewasemde
(dat hij) bewaseme(dat hij) bewasemde
(dat wij) bewasemen(dat wij) bewasemden
(dat jullie) bewasemen(dat jullie) bewasemden
(dat gij) bewasemet(dat gij) bewasemdet
(dat zij) bewasemen(dat zij) bewasemden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bewasembewasemt
Participles
Present participlePast participle
bewasemend, bewasemende(hebben) bewasemd

Translations

Englishdim with moisture
Esperantovaporkovri