Information about the word automatiseren (Dutch → Esperanto: aŭtomatigi)

Part of speechverb
Pronunciation/ɑu̯tomatiˈzeːrə(n)/
Hyphenationau·to·ma·ti·se·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) automatiseer(ik) automatiseerde
(jij) automatiseert(jij) automatiseerde
(hij) automatiseert(hij) automatiseerde
(wij) automatiseren(wij) automatiseerden
(jullie) automatiseren(jullie) automatiseerden
(gij) automatiseert(gij) automatiseerdet
(zij) automatiseren(zij) automatiseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) automatisere(dat ik) automatiseerde
(dat jij) automatisere(dat jij) automatiseerde
(dat hij) automatisere(dat hij) automatiseerde
(dat wij) automatiseren(dat wij) automatiseerden
(dat jullie) automatiseren(dat jullie) automatiseerden
(dat gij) automatiseret(dat gij) automatiseerdet
(dat zij) automatiseren(dat zij) automatiseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
automatiseerautomatiseert
Participles
Present participlePast participle
automatiserend, automatiserende(hebben) geautomatiseerd

Translations

Englishautomate
Esperantoaŭtomatigi; aŭtomatizi; aŭtomacii
Frenchautomatiser
Germanautomatisieren
Papiamentooutomatisá
Portugueseautomatizar; tornar automático
Russianавтоматизировать
Saterland Frisianautomatisierje