Information about the word tuinen (Dutch → Esperanto: ĝardenumi)

Synonym: tuinieren

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) tuin(ik) tuinde
(jij) tuint(jij) tuinde
(hij) tuint(hij) tuinde
(wij) tuinen(wij) tuinden
(jullie) tuinen(jullie) tuinden
(gij) tuint(gij) tuindet
(zij) tuinen(zij) tuinden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) tuine(dat ik) tuinde
(dat jij) tuine(dat jij) tuinde
(dat hij) tuine(dat hij) tuinde
(dat wij) tuinen(dat wij) tuinden
(dat jullie) tuinen(dat jullie) tuinden
(dat gij) tuinet(dat gij) tuindet
(dat zij) tuinen(dat zij) tuinden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
tuintuint
Participles
Present participlePast participle
tuinend, tuinende(hebben) getuind

Translations

Afrikaanstuinmaak
Danishdyrke haven
Englishgarden
Esperantoĝardenumi