Information about the word verblijden (Dutch → Esperanto: ĝojigi)

Synonyms: verheugen, tot blijdschap stemmen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verblijd(ik) verblijdde
(jij) verblijdt(jij) verblijdde
(hij) verblijdt(hij) verblijdde
(wij) verblijden(wij) verblijdden
(jullie) verblijden(jullie) verblijdden
(gij) verblijdt(gij) verblijddet
(zij) verblijden(zij) verblijdden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verblijde(dat ik) verblijdde
(dat jij) verblijde(dat jij) verblijdde
(dat hij) verblijde(dat hij) verblijdde
(dat wij) verblijden(dat wij) verblijdden
(dat jullie) verblijden(dat jullie) verblijdden
(dat gij) verblijdet(dat gij) verblijddet
(dat zij) verblijden(dat zij) verblijdden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verblijdverblijdt
Participles
Present participlePast participle
verblijdend, verblijdende(hebben) verblijd

Translations

Afrikaansverheug
Englishmake glad; cheer; delight
Esperantoĝojigi
Frenchréjouir
Germanerfreuen; Freude bereiten; freuen
Polishucieszyć; uradować
Portuguesealegrar; contentar; dar prazer
Saterland Frisianbliede moakje
West Frisianferbliidzje