Information about the word geïsoleerd (Dutch → Esperanto: izola)

Synonym: alleenstaand

Part of speechadjective
Pronunciation/ɣəizoˈlert/
Hyphenationge·iso·leerd

Degrees of comparison

Positivegeïsoleerd
Comparativegeïsoleerder
Superlativegeïsoleerdst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativegeïsoleerdgeïsoleerder(het) geïsoleerdst, (het) geïsoleerdste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralgeïsoleerdegeïsoleerderegeïsoleerdste
Indefinite singulargeïsoleerdgeïsoleerdergeïsoleerdst
Pluralgeïsoleerdegeïsoleerderegeïsoleerdste
Definitegeïsoleerdegeïsoleerderegeïsoleerdste
Partitivegeïsoleerdsgeïsoleerders 

Usage samples

Turkije is nog nooit zo geïsoleerd geweest als nu.

Translations

Afrikaansgeïsoleer
Albanianizoluar
Englishisolated
Esperantoizola
Germanisolierend; nicht leitend; dämmend; Isolier‐; Isolierungs‐
Low Germanafleagen
Portugueseisolado
West Frisianallinnesteand; frijesteand