Ynformaasje oer it wurd traag (Nederlânsk → Esperanto: malrapide)

Synonimen: langzaam, op zijn gemak, zachtjes, zoetjes

Wurdsoartebywurd
Utspraak/trax/
Ofbrekingtraag

Foarbylden fan gebrûk

Hij keek om zich heen en daarbij bewoog hij zijn hoofd zo traag mogelijk.
Hij begon traag in een pan te roeren, doch op dat moment klonk er een droeve stem aan het venster.
Ze stond traag op van het bed en begon zich aan te kleden.

Oarsettingen

Afrikaanskstadig
Albaneeskdalngadalë; mengadalë
Deensklangsomt
Dútsklangsam
Esperantomalrapide; lante
Fereuerskseint; spakuliga
Frânsklentement
Fryskstadich
Ingelskslowly; tardily
Jiddyskפּאַמעלעך
Latynlente
Roemeenskîncet
Russyskмедленно
Taiskช้า