Ynformaasje oer it wurd vergelijken (Nederlânsk → Esperanto: kompari)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vɛrɣəˈlɛi̯kə(n)/
Ofbrekingver·ge·lij·ken

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) vergelijk(ik) vergeleek
(jij) vergelijkt(jij) vergeleek
(hij) vergelijkt(hij) vergeleek
(wij) vergelijken(wij) vergeleken
(jullie) vergelijken(jullie) vergeleken
(gij) vergelijkt(gij) vergeleekt
(zij) vergelijken(zij) vergeleken
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) vergelijke(dat ik) vergeleke
(dat jij) vergelijke(dat jij) vergeleke
(dat hij) vergelijke(dat hij) vergeleke
(dat wij) vergelijken(dat wij) vergeleken
(dat jullie) vergelijken(dat jullie) vergeleken
(dat gij) vergelijket(dat gij) vergeleket
(dat zij) vergelijken(dat zij) vergeleken
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
vergelijkvergelijkt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
vergelijkend, vergelijkende(hebben) vergeleken

Foarbylden fan gebrûk

Het is absoluut met niets te vergelijken.
We hebben zijn vingerafdrukken vergeleken.

Oarsettingen

Afrikaanskvergelyk
Albaneeskkrahasoj
Deenskjævnføre; sammenligne
Dútskvergleichen; gegenüberstellen
Esperantokompari
Fereuerskbera saman
Finskverrata
Frânskcomparer
Fryskfergelykje
Ingelskcompare; liken
Italjaanskconfrontare
Katalaanskcomparar
Latyncomparare
Maleiskmenyamakan
Nederdútskvergelyken
Papiamintskigualá; kompará
Poalskporównywać
Portegeeskcomparar
Sealterfryskferglieke
Spaanskcomparar
Sweedskjämföra; likna
Tsjechyskporovnat; porovnávat; přirovnat; srovnat; srovnávat