Ynformaasje oer it wurd ziekenhuis (Nederlânsk → Esperanto: malsanejo)

Synonimen: gasthuis, hospitaal

Wurdsoartehaadwurd
Utspraak/ˈzikə(n)ɦœy̯̯s/
Ofbrekingzie·ken·huis
Slachteûnsidich
Meartalziekenhuizen

Foarbylden fan gebrûk

Hij overleed in het ziekenhuis.
Een Nederlands jongetje werd ook opgenomen in een ziekenhuis, maar kon na onderzoek naar huis.
Door een brand in een ziekenhuis in de Saoedische stad Jāzan zijn donderdag zeker 31 mensen omgekomen.
Op dit moment liggen nog 22 mensen in het ziekenhuis, maar hun situatie is niet levensbedreigend.
Hij is met bijtwonden naar het ziekenhuis gebracht.
Een journalist die naar het ziekenhuis kwam om een artikel over het incident te schrijven, werd direct gearresteerd.
Nadat zij uiteindelijk uit het ziekenhuis ontsnapt waren, zetten heer Bommel en Tom Poes geruime tijd hun vlucht voort, tot zij meenden op veilige afstand gekomen te zijn.

Oarsettingen

Afrikaanskhospitaal
Albaneeskspital
Deenskhospital
DútskHospital; Krankenhaus
Esperantomalsanejo; hospitalo; malsanulejo
Frânskhôpital
Frysksikehûs
Ingelskhospital; infirmary
Italjaanskospedale
Nederdútsksekenhuus
Noarsksykehus
Papiamintskhòspital
Portegeeskhospital
Roemeenskspital
Russyskбольница
Skotskhospital
Spaanskhospital
Sweedsksjukhus
Taiskโรงพยาบาล
Tsjechysknemocnice