Synoniemen: een en al, finaal, geheel, helemaal, totaal, volledig, volslagen, hoegenaamd, goed en wel, helegaar, glad, in zijn geheel, straal, tenemaal
Woordsoort | bijwoord |
---|
Uitspraak | /vɔlˈkomə(n)/ |
---|
Afbreking | vol·ko·men |
---|
Het water was er volkomen zwart.
Toen ze de baai uit voeren, was de zee volkomen verlaten.
En ’t is volkomen waar dat hij inderdaad die dag op ’t station is gezien.
Ik ben er niet volkomen zeker van wat het resultaat zal zijn.
Ze zijn volkomen gewetenloos!
De namen die erop stonden, kwamen hem volkomen vreemd voor.