Informatie over het woord online (Nederlands → Esperanto: enreta)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɔnˈlajn/
Afbrekingon·line

Voorbeelden van gebruik

Het distributiecentrum van online supermarkt Picnic in Zaandam kampt met een muizenplaag
Nederlandse gokkers hebben in het afgelopen jaar 1,33 miljard euro verloren met online kansspelen.

Vertalingen

Engelson‐line
Esperantoenreta