Informatie over het woord godslasteraar (Nederlands → Esperanto: blasfemulo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɣotslɑstəraːr/
Afbrekinggods·las·te·raar
Geslachtmanlijk
Meervoudgodslasteraars

Voorbeelden van gebruik

En u gelooft wel die godslasteraar en niet mij, die hem vroom aangegeven heeft?
Maar wat hebben we aan die wetenschap, John Carter, want zelfs als we kunnen ontsnappen, zullen we ook als godslasteraars worden behandeld.

Vertalingen

DuitsGotteslästerer
Engelsblasphemer
Esperantoblasfemulo; blasfemanto; blasfemisto
Portugeesblasfemo
Zweedshädare