Informatie over het woord overpeinzen (Nederlands → Esperanto: primediti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ovərˈpɛi̯nzə(n)/
Afbrekingover·pein·zen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) overpeins(ik) overpeinsde
(jij) overpeinst(jij) overpeinsde
(hij) overpeinst(hij) overpeinsde
(wij) overpeinzen(wij) overpeinsden
(jullie) overpeinzen(jullie) overpeinsden
(gij) overpeinst(gij) overpeinsdet
(zij) overpeinzen(zij) overpeinsden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overpeinze(dat ik) overpeinsde
(dat jij) overpeinze(dat jij) overpeinsde
(dat hij) overpeinze(dat hij) overpeinsde
(dat wij) overpeinzen(dat wij) overpeinsden
(dat jullie) overpeinzen(dat jullie) overpeinsden
(dat gij) overpeinzet(dat gij) overpeinsdet
(dat zij) overpeinzen(dat zij) overpeinsden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
overpeinsoverpeinst
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overpeinzend, overpeinzende(hebben) overpeinsd

Voorbeelden van gebruik

Maar hij had geen tijd om het vreemde voorval te overpeinzen.

Vertalingen

Engelsmull over
Esperantoprimediti