Synoniemen: geweld aandoen, sterker zijn dan
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ovərˈmestərə(n)/ |
Afbreking | over·mees·te·ren |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) overmeester | (ik) overmeesterde |
(jij) overmeestert | (jij) overmeesterde |
(hij) overmeestert | (hij) overmeesterde |
(wij) overmeesteren | (wij) overmeesterden |
(jullie) overmeesteren | (jullie) overmeesterden |
(gij) overmeestert | (gij) overmeesterdet |
(zij) overmeesteren | (zij) overmeesterden |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) overmeestere | (dat ik) overmeesterde |
(dat jij) overmeestere | (dat jij) overmeesterde |
(dat hij) overmeestere | (dat hij) overmeesterde |
(dat wij) overmeesteren | (dat wij) overmeesterden |
(dat jullie) overmeesteren | (dat jullie) overmeesterden |
(dat gij) overmeesteret | (dat gij) overmeesterdet |
(dat zij) overmeesteren | (dat zij) overmeesterden |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
overmeester | overmeestert |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
overmeesterend, overmeesterende | (hebben) overmeesterd |
Duits | überwältigen |
---|---|
Engels | overpower |
Esperanto | superforti |
Portugees | prevalecer; sujeitar; superar pela força |
Westerlauwers Fries | oermasterje |