Informatie over het woord ivoor (Nederlands → Esperanto: eburo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/iˈvor/
Afbrekingivoor
Geslachtonzijdig

Voorbeelden van gebruik

„Het ziet eruit”, zei Atalis zachtjes, „als een geklauwde hand uitgesneden in wit ivoor, helemaal overdekt met geheimzinnige hiërogliefen in een vergeten taal.
Het ivoor werd door onbekende personen met helikopters opgepikt.

Vertalingen

Catalaansivori; marfil
Deenselfenben
DuitsElfenbein
Engelsivory
Esperantoeburo
Faeröersfílabein
Fransivoire
Papiamentsivor; márfil
Portugeesmarfim
SaterfriesÄlfenbeen
Spaansmarfil
Thaisงา
Tsjechischslonovina
Turksfildişi
Welsifori
Westerlauwers Friesivoar
Zweedselfenben