Informatie over het woord speelgoed (Nederlands → Esperanto: ludilaro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈspelxʊt/
Afbrekingspeel·goed

Voorbeelden van gebruik

Maar al had hij in het kasteel nog zoveel speelgoed tot zijn beschikking, het poppenhuis van zijn moeder vond hij het mooist.

Vertalingen

Engelstoys
Esperantoludilaro
Spaansjuguetes