Informatie over het woord cigarillo (Nederlands → Esperanto: cigareto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/siɣaˈriljo/
Afbrekingci·ga·ril·lo
Meervoudcigarillo’s

Voorbeelden van gebruik

Gaat u zitten en steek een cigarillo op.

Vertalingen

DuitsZigarillo
Engelscigarillo
Esperantocigareto
Faeröersserutt
Portugeescharuto fino