Informatie over het woord achterkleindochter (Nederlands → Esperanto: pranepino)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɑxtərklɛi̯ndɔxtər/
Afbrekingach·ter·klein·doch·ter
Geslachtvrouwelijk
Meervoudachterkleindochters

Voorbeelden van gebruik

Dara vertelde me dat ze Benedicts achterkleindochter was, en dat haar bestaan voor Amber geheim was gehouden.

Vertalingen

Afrikaansagterkleindogter
Engelsgreat‐granddaughter
Esperantopranepino
Fransarrière‐petite‐fille
Spaansbisnieta