Informatie over het woord verchromen (Nederlands → Esperanto: kromi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verchroom(ik) verchroomde
(jij) verchroomt(jij) verchroomde
(hij) verchroomt(hij) verchroomde
(wij) verchromen(wij) verchroomden
(jullie) verchromen(jullie) verchroomden
(gij) verchroomt(gij) verchroomdet
(zij) verchromen(zij) verchroomden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verchrome(dat ik) verchroomde
(dat jij) verchrome(dat jij) verchroomde
(dat hij) verchrome(dat hij) verchroomde
(dat wij) verchromen(dat wij) verchroomden
(dat jullie) verchromen(dat jullie) verchroomden
(dat gij) verchromet(dat gij) verchroomdet
(dat zij) verchromen(dat zij) verchroomden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verchroomverchroomt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verchromend, verchromende(hebben) verchroomd

Vertalingen

Duitsverchromen
Engelschromium‐plate
Esperantokromi; kromizi