Informatie over het woord tomeloos (Nederlands → Esperanto: senbrida)

Synoniemen: bandeloos, breidelloos, ongebreideld, teugelloos

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈtoməlos/
Afbrekingto·me·loos

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudtomeloze
Onzijdig enkelvoudtomeloos
Meervoudtomeloze
Bepaaldtomeloze
Partitieftomeloos

Voorbeelden van gebruik

Met hoog water zou de zee met tomeloos geweld de dijk bestormen.

Vertalingen

Duitsunbändig; zügellos; ohne Zügel; ohne Zaumzeug
Engelsunrestrained; unbridled
Esperantosenbrida
Grieksακάθεκτος
Italiaansdissoluto; licenzioso
Portugeesárdego; desenfreado; imoderado; impetuoso
Saterfriesflääsk; uunbändich
Spaansdesenfrenado; libertino
Tsjechischnevázaný