Informatie over het woord coëxisteren (Nederlands → Esperanto: kunekzisti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/koɛksiˈsterə(n)/
Afbrekingco·exi·ste·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) coëxisteer(ik) coëxisteerde
(jij) coëxisteert(jij) coëxisteerde
(hij) coëxisteert(hij) coëxisteerde
(wij) coëxisteren(wij) coëxisteerden
(jullie) coëxisteren(jullie) coëxisteerden
(gij) coëxisteert(gij) coëxisteerdet
(zij) coëxisteren(zij) coëxisteerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) coëxistere(dat ik) coëxisteerde
(dat jij) coëxistere(dat jij) coëxisteerde
(dat hij) coëxistere(dat hij) coëxisteerde
(dat wij) coëxisteren(dat wij) coëxisteerden
(dat jullie) coëxisteren(dat jullie) coëxisteerden
(dat gij) coëxisteret(dat gij) coëxisteerdet
(dat zij) coëxisteren(dat zij) coëxisteerden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
coëxisterend, coëxisterende(hebben) gecoëxisteerd

Vertalingen

Duitskoexistieren; nebeneinander bestehen
Engelsco‐exist
Esperantokunekzisti
Portugeescoexistir