Informatie over het woord desillusioneren (Nederlands → Esperanto: seniluziigi)

Synoniem: teleurstellen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/dɛsɪlyzjoˈnerə(n)/
Afbrekingdes·il·lu·si·o·ne·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) desillusioneer(ik) desillusioneerde
(jij) desillusioneert(jij) desillusioneerde
(hij) desillusioneert(hij) desillusioneerde
(wij) desillusioneren(wij) desillusioneerden
(jullie) desillusioneren(jullie) desillusioneerden
(gij) desillusioneert(gij) desillusioneerdet
(zij) desillusioneren(zij) desillusioneerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) desillusionere(dat ik) desillusioneerde
(dat jij) desillusionere(dat jij) desillusioneerde
(dat hij) desillusionere(dat hij) desillusioneerde
(dat wij) desillusioneren(dat wij) desillusioneerden
(dat jullie) desillusioneren(dat jullie) desillusioneerden
(dat gij) desillusioneret(dat gij) desillusioneerdet
(dat zij) desillusioneren(dat zij) desillusioneerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
desillusioneerdesillusioneert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
desillusionerend, desillusionerende(hebben) gedesillusioneerd

Voorbeelden van gebruik

Ik vrees dat ik je nog meer zal moeten desillusioneren, lieve jongen.
Bent u lid geweest en nu gedesillusioneerd?

Vertalingen

Deensskuffe
Duitsenttäuschen; die Illusion nehmen
Engelsdisappoint; set straight; disabuse
Esperantoseniluziigi
IJslandsvalda vonbrigðum
Noorsskuffe
Papiamentsdesapuntá; desepshoná; desilushoná
Portugeesdesiludir
Saterfriesänttuuskje; ouslo
Westerlauwers Friesteloarstelle
Zweedsgöra besviken