Informatie over het woord boma (Nederlands → Esperanto: bomao)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈboma/
Afbrekingbo·ma
Geslachtmanlijk
Meervoudboma’s

Voorbeelden van gebruik

’s Avonds richtten de Arabieren een ruwe boma in op een kleine open plek bij een rivier, waar ze zich klaarmaakten voor de nacht.

Vertalingen

Engelsboma
Esperantobomao