Informatie over het woord kabelen (Nederlands → Esperanto: telegrafi)

Synoniemen: overseinen, telegraferen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkabələ(n)/
Afbrekingka·be·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kabel(ik) kabelde
(jij) kabelt(jij) kabelde
(hij) kabelt(hij) kabelde
(wij) kabelen(wij) kabelden
(jullie) kabelen(jullie) kabelden
(gij) kabelt(gij) kabeldet
(zij) kabelen(zij) kabelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kabele(dat ik) kabelde
(dat jij) kabele(dat jij) kabelde
(dat hij) kabele(dat hij) kabelde
(dat wij) kabelen(dat wij) kabelden
(dat jullie) kabelen(dat jullie) kabelden
(dat gij) kabelet(dat gij) kabeldet
(dat zij) kabelen(dat zij) kabelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kabelkabelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kabelend, kabelende(hebben) gekabeld

Voorbeelden van gebruik

Onverwijld werd het nieuws naar huis gekabeld met het verzoek onmiddellijk mijn bagage naar Sandefjord te zenden.

Vertalingen

Afrikaanstelegrafeer
Catalaanstelegrafiar
Deenstelegrafere
Duitstelegraphieren
Engelstelegraph; wire
Esperantotelegrafi; transdoni telegrafe
IJslandssíma
Portugeestelegrafar
Saterfriestelegraphierje
Welsteligraffio
Westerlauwers Friestelegrafearje
Zweedstelegrafera