Informatie over het woord beitsen (Nederlands → Esperanto: mordumi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɛi̯tsə(n)/
Afbrekingbeit·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) beits(ik) beitste
(jij) beitst(jij) beitste
(hij) beitst(hij) beitste
(wij) beitsen(wij) beitsten
(jullie) beitsen(jullie) beitsten
(gij) beitst(gij) beitstet
(zij) beitsen(zij) beitsten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) beitse(dat ik) beitste
(dat jij) beitse(dat jij) beitste
(dat hij) beitse(dat hij) beitste
(dat wij) beitsen(dat wij) beitsten
(dat jullie) beitsen(dat jullie) beitsten
(dat gij) beitset(dat gij) beitstet
(dat zij) beitsen(dat zij) beitsten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beitsbeitst
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
beitsend, beitsende(hebben) gebeitst

Vertalingen

Duitsbeizen
Engelsstain
Esperantomordumi