Informatie over het woord laurierboom (Nederlands → Esperanto: laŭro)

Synoniemen: laurier, lauwer

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/lɑu̯ˈriːrbom/
Afbrekinglau·rier·boom
Geslachtmanlijk
Meervoudlaurierbomen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
laurierboompjelaurierboompjes

Voorbeelden van gebruik

Daarachter was een bosje met donkerbladige laurierbomen die tegen een steile helling groeiden op de top waarvan oude ceders stonden.

Vertalingen

Catalaansllor; llorer
Deenslaurbær
DuitsLorbeer; Lorbeerbaum
Engelsbay
Esperantolaŭro
Franslaurier
Grieksδάφνη
Hongaarsbabér
Italiaansalloro
Latijnlaurus
Noorslaurbær
Poolswawrzyn
Portugeesloureiro; louro
Russischлавр
SaterfriesLorbeer
Spaanslaurel; lauro
Tsjechischvavřín
Welsllawrwdden
Zweedslager