Informatie over het woord marlpriem (Nederlands → Esperanto: splisilo)

Synoniemen: splitshamer, marlspijker, marlpen

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈmɑrᵊlprim/
Afbrekingmarl·priem
Geslachtmanlijk
Meervoudmarlpriemen

Voorbeelden van gebruik

Met marlpriemen en korvijnagels doe je niet veel tegen mannen met zwaarden en bogen.

Vertalingen

Engelsmarlin‐spike
Esperantosplisilo