Informatie over het woord kroon (Nederlands → Esperanto: krono)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/kron/
Afbrekingkroon
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudkronen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kroontjekroontjes

Voorbeelden van gebruik

Een van de figuren stelde een koning voor, dat was duidelijk aan de kroon te zien.
Ziet u deze kroon op mijn hoofd?

Vertalingen

Albaneeskurorë
Catalaanscorona
Deenskrone
DuitsKrone
Engelscrown
Esperantokrono
Faeröerskrúna; króna
Finskruunu
Franscouronne
Grieksστέμμα
Hongaarskorona
IJslandskróna
Italiaanscorona
LuxemburgsKroun
Maleismahkoa; mahkoto; mahkota
Noorskrone
Poolskorona
Portugeescoroa
Russischкорона
SaterfriesKroune
Schotscroun
Spaanscorona
Tagalogkorona
Thaisมงกุฎ
Tsjechischkoruna
Turkstaç
Welscoron
Westerlauwers Frieskroan; kroane
Zweedskrona