Informatie over het woord fanaticus (Nederlands → Esperanto: fanatikulo)

Synoniemen: dweper, fanaat, fanatiekeling, ijveraar

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/faˈnatikəs/, /faˈnatikɵs/
Afbrekingfa·na·ti·cus
Geslachtmanlijk
Meervoudfanatici /faˈnatisi/

Voorbeelden van gebruik

Nu was hij zeker niet minder een fanaticus, maar zijn verlangen om te praten had het van zijn wrok gewonnen, en hij had me op gebiedende toon geschreven in een handschrift dat ik nauwelijks herkende.
Hij is een fanaticus en je weet nooit waar zulke mensen toe in staat zijn.

Vertalingen

DuitsFanatiker; Fan
Engelsfanatic
Esperantofanatikulo
Portugeesfanático