Informatie over het woord affuit (Nederlands → Esperanto: afusto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɑˈfœy̯t/
Afbrekingaf·fuit
Geslachtonzijdig / historisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudaffuiten

Vertalingen

DuitsLafette
Engelsgun‐carriage
Esperantoafusto
Fransaffût
Portugeescarreta
SaterfriesLafette
Spaansafuste; cureña