Informatie over het woord bebakenen (Nederlands → Esperanto: gvidmarki)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈbakənə(n)/
Afbrekingbe·ba·ke·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bebaken(ik) bebakende
(jij) bebakent(jij) bebakende
(hij) bebakent(hij) bebakende
(wij) bebakenen(wij) bebakenden
(jullie) bebakenen(jullie) bebakenden
(gij) bebakent(gij) bebakendet
(zij) bebakenen(zij) bebakenden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bebakene(dat ik) bebakende
(dat jij) bebakene(dat jij) bebakende
(dat hij) bebakene(dat hij) bebakende
(dat wij) bebakenen(dat wij) bebakenden
(dat jullie) bebakenen(dat jullie) bebakenden
(dat gij) bebakenet(dat gij) bebakendet
(dat zij) bebakenen(dat zij) bebakenden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bebakenbebakent
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bebakenend, bebakenende(hebben) bebakend

Vertalingen

Engelsbeacon
Esperantogvidmarki