Informatie over het woord chaperonneren (Nederlands → Esperanto: akompani varte)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/sjapərɔˈnerə(n)/
Afbrekingcha·pe·ron·ne·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) chaperonneer(ik) chaperonneerde
(jij) chaperonneert(jij) chaperonneerde
(hij) chaperonneert(hij) chaperonneerde
(wij) chaperonneren(wij) chaperonneerden
(jullie) chaperonneren(jullie) chaperonneerden
(gij) chaperonneert(gij) chaperonneerdet
(zij) chaperonneren(zij) chaperonneerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) chaperonnere(dat ik) chaperonneerde
(dat jij) chaperonnere(dat jij) chaperonneerde
(dat hij) chaperonnere(dat hij) chaperonneerde
(dat wij) chaperonneren(dat wij) chaperonneerden
(dat jullie) chaperonneren(dat jullie) chaperonneerden
(dat gij) chaperonneret(dat gij) chaperonneerdet
(dat zij) chaperonneren(dat zij) chaperonneerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
chaperonneerchaperonneert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
chaperonnerend, chaperonnerende(hebben) gechaperonneerd

Voorbeelden van gebruik

Ik herinner me u heel goed en ook de twee meisjes die u chaperonneerde.

Vertalingen

Engelschaperon; squire
Esperantoakompani varte
Franschaperonner