Informatie over het woord motoriseren (Nederlands → Esperanto: motorizi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/motoriˈzerə(n)/
Afbrekingmo·to·ri·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) motoriseer(ik) motoriseerde
(jij) motoriseert(jij) motoriseerde
(hij) motoriseert(hij) motoriseerde
(wij) motoriseren(wij) motoriseerden
(jullie) motoriseren(jullie) motoriseerden
(gij) motoriseert(gij) motoriseerdet
(zij) motoriseren(zij) motoriseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) motorisere(dat ik) motoriseerde
(dat jij) motorisere(dat jij) motoriseerde
(dat hij) motorisere(dat hij) motoriseerde
(dat wij) motoriseren(dat wij) motoriseerden
(dat jullie) motoriseren(dat jullie) motoriseerden
(dat gij) motoriseret(dat gij) motoriseerdet
(dat zij) motoriseren(dat zij) motoriseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
motoriseermotoriseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
motoriserend, motoriserende(hebben) gemotoriseerd

Vertalingen

Duitsmotorisieren
Engelsmotorize
Esperantomotorizi