Informatie over het woord neutraliseren (Nederlands → Esperanto: neŭtraligi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/nøtraliˈzerə(n)/
Afbrekingneu·tra·li·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) neutraliseer(ik) neutraliseerde
(jij) neutraliseert(jij) neutraliseerde
(hij) neutraliseert(hij) neutraliseerde
(wij) neutraliseren(wij) neutraliseerden
(jullie) neutraliseren(jullie) neutraliseerden
(gij) neutraliseert(gij) neutraliseerdet
(zij) neutraliseren(zij) neutraliseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) neutralisere(dat ik) neutraliseerde
(dat jij) neutralisere(dat jij) neutraliseerde
(dat hij) neutralisere(dat hij) neutraliseerde
(dat wij) neutraliseren(dat wij) neutraliseerden
(dat jullie) neutraliseren(dat jullie) neutraliseerden
(dat gij) neutraliseret(dat gij) neutraliseerdet
(dat zij) neutraliseren(dat zij) neutraliseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
neutraliseerneutraliseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
neutraliserend, neutraliserende(hebben) geneutraliseerd

Vertalingen

Engelscounteract
Esperantoneŭtraligi