Informatie over het woord overhoren (Nederlands → Esperanto: pridemandi)

Synoniemen: uithoren, uitvragen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ovərˈɦorə(n)/
Afbrekingover·ho·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) overhoor(ik) overhoorde
(jij) overhoort(jij) overhoorde
(hij) overhoort(hij) overhoorde
(wij) overhoren(wij) overhoorden
(jullie) overhoren(jullie) overhoorden
(gij) overhoort(gij) overhoordet
(zij) overhoren(zij) overhoorden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) overhore(dat ik) overhoorde
(dat jij) overhore(dat jij) overhoorde
(dat hij) overhore(dat hij) overhoorde
(dat wij) overhoren(dat wij) overhoorden
(dat jullie) overhoren(dat jullie) overhoorden
(dat gij) overhoret(dat gij) overhoordet
(dat zij) overhoren(dat zij) overhoorden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
overhooroverhoort
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
overhorend, overhorende(hebben) overhoord

Vertalingen

Duitsbefragen
Engelsinterrogate; query; question; quiz
Esperantopridemandi
Fransinterroger
Portugeesinterrogar
Saterfriesbefräigje