Informatie over het woord usurperen (Nederlands → Esperanto: uzurpi)

Synoniemen: kraken, overweldigen, zich meester maken van

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) usurpeer(ik) usurpeerde
(jij) usurpeert(jij) usurpeerde
(hij) usurpeert(hij) usurpeerde
(wij) usurperen(wij) usurpeerden
(jullie) usurperen(jullie) usurpeerden
(gij) usurpeert(gij) usurpeerdet
(zij) usurperen(zij) usurpeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) usurpere(dat ik) usurpeerde
(dat jij) usurpere(dat jij) usurpeerde
(dat hij) usurpere(dat hij) usurpeerde
(dat wij) usurperen(dat wij) usurpeerden
(dat jullie) usurperen(dat jullie) usurpeerden
(dat gij) usurperet(dat gij) usurpeerdet
(dat zij) usurperen(dat zij) usurpeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
usurpeerusurpeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
usurperend, usurperende(hebben) geüsurpeerd

Vertalingen

Deensbesætte
Duitsursurpieren
Engelsusurp
Esperantouzurpi
Faeröersræna til sín
IJslandsyfirtaka
Noorsokkupere
Portugeesdefraudar; esbulhar; usurpar
Saterfriesusurpierje
Spaansusurpar
Zweedsockupera