Informatie over het woord grammofoon (Nederlands → Esperanto: gramofono)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣrɑmoˈfon/
Afbrekinggram·mo·foon
Geslachtmanlijk
Meervoudgrammofoons, grammofonen

Voorbeelden van gebruik

Ik zal Lenie vragen of wij de grote grammofoon mogen lenen.
Aan het overvloedige kerstmaal was niet veel eer bewezen en niemand had lust gehad de grammofoon te laten draaien.
Er is niet één boek, geen radio of grammofoon en zelfs geen TV.

Vertalingen

Afrikaansgrammofoon
Albaneesgramofon
DuitsGrammophon
Engelsphonograph; record‐player
Esperantogramofono
Fransphonographe
Hongaarslemezjátszó
Papiamentspikòp; tokadisko
Poolsgramofon
Portugeesgramofone
Spaansgramófono
Turksgramofon
Westerlauwers Friesgrammofoan