Informatie over het woord Canadees (Nederlands → Esperanto: kanada)

Woordsoort	bijvoeglijk naamwoord
Uitspraak	/kanaˈdes/
Afbreking	Ca·na·dees

Verbuiging

Predicatief
Attributief	Onbepaald	Manlijk en vrouwelijk enkelvoud	Canadese
		Onzijdig enkelvoud	Canadees
		Meervoud	Canadese
	Bepaald		Canadese
	Partitief		Canadees

Voorbeelden van gebruik

Een gasexplosie in een luxehotel in de Mexicaanse kustplaats Cancún heeft zondag aan zeker vier Canadese toeristen en twee andere personen het leven gekost.

De Canadese premier Justin Trudeau is op bezoek in Kyiv.

Vertalingen

Afrikaans	Kanadees
Deens	canadisk
Duits	kanadisch
Engels	Canadian
Esperanto	kanada; kanadia
Fins	kanadalainen
Frans	canadien
Grieks	καναδικός
Hongaars	kanadai
Italiaans	canadese
Nederduits	kanadääsk
Portugees	canadense
Russisch	канадский
Saterfries	kanadisk
Spaans	canadiense
Tsjechisch	kanadský
Turks	Kanadalı
Westerlauwers Fries	Kanadeesk