Informatie over het woord beboteren (Nederlands → Esperanto: buteri)

Synoniem: smeren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈbotərə(n)/
Afbrekingbe·bo·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) beboter(ik) beboterde
(jij) bebotert(jij) beboterde
(hij) bebotert(hij) beboterde
(wij) beboteren(wij) beboterden
(jullie) beboteren(jullie) beboterden
(gij) bebotert(gij) beboterdet
(zij) beboteren(zij) beboterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bebotere(dat ik) beboterde
(dat jij) bebotere(dat jij) beboterde
(dat hij) bebotere(dat hij) beboterde
(dat wij) beboteren(dat wij) beboterden
(dat jullie) beboteren(dat jullie) beboterden
(dat gij) beboteret(dat gij) beboterdet
(dat zij) beboteren(dat zij) beboterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beboterbebotert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
beboterend, beboterende(hebben) beboterd

Vertalingen

Engelsbutter
Esperantobuteri
Portugeescobrir com pequena camada de manteiga