Informo pri la vorto zozeer (nederlanda → esperanto: tiom)

Sinonimoj: evenveel, zo, zoveel

Vortspecoadverbo
Prononco/zoˈzer/
Dividozo·zeer

Uzekzemploj

Zozeer werd hij in beslag genomen door zijn zorgen dat hij zelfs zijn avondmaaltijd vergat.
Daarop maakte hij zich gereed om zijn toespraak te vervolgen, maar die interesseert ons niet zozeer.
Ik ken de gewoontes in uw stand niet zozeer.

Tradukoj

afrikansosoveel
albanaaq
anglathat much; so; so much; so many; that amount
esperantotiom
feroaso mikið; so nógvir
francaautant; tant
germanasofern; insofern; sosehr; ebensosehr; soviel; ebensoviel; soweit
hispanatanto
italatanto
katalunatant
okcidenta frizonasafolle
papiamentotanto; tantu
polatyle
portugalaem tal quantidade; tanto; tão
saterlanda frizonaglieke fuul; sofier; sofuul; sowied
surinamasomeni