Informo pri la vorto poken (nederlanda → esperanto: fajrinciti)

Sinonimoj: porren, rakelen

Vortspecoverbo
Prononco/ˈpokə(n)/
Dividopo·ken

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) pook(ik) pookte
(jij) pookt(jij) pookte
(hij) pookt(hij) pookte
(wij) poken(wij) pookten
(jullie) poken(jullie) pookten
(gij) pookt(gij) pooktet
(zij) poken(zij) pookten
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) poke(dat ik) pookte
(dat jij) poke(dat jij) pookte
(dat hij) poke(dat hij) pookte
(dat wij) poken(dat wij) pookten
(dat jullie) poken(dat jullie) pookten
(dat gij) poket(dat gij) pooktet
(dat zij) poken(dat zij) pookten
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
pookpookt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
pokend, pokende(hebben) gepookt

Uzekzemploj

Om erin te poken, meen ik.

Tradukoj

esperantofajrinciti