Informo pri la vorto naïef (nederlanda → esperanto: naiva)

Sinonimoj: argeloos, onnozel

Vortspecoadjektivo
Prononco/naˈif/
Dividona·ief

Komparaciaj gradoj

Positivonaïef
Komparativonaïever
Superlativonaïefst

Deklinacio

 PositivoKomparativoSuperlativo
Predikativanaïefnaïever(het) naïefst, (het) naïefste
AtributivaNedifinaVira kaj ina pluralonaïevenaïeverenaïefste
Neŭtra singularonaïefnaïevernaïefst
Pluralonaïevenaïeverenaïefste
Difinanaïevenaïeverenaïefste
Partitivanaïefsnaïevers 

Uzekzemploj

Suggereren dat we onze bondgenoten in de steek moeten laten—en het op een akkoordje moeten gooien met Putin—is niet alleen dom en naïef maar ook ontzettend gevaarlijk.
Alle verhalen waarin wordt gemeld dat wij naïef zouden zijn en niets zouden doen, kan ik echt terzijde schuiven.
Wat was hij toch naïef.

Tradukoj

anglanaïf; naïve; ingenuous
ĉeĥanaivní
dananaiv
esperantonaiva
feroagóðvarin
finnalapsellinen
francanaïf
germananaiv
grekaαγαθός
hispanacándido; ingenuo
katalunacàndid; candorós; ingenu
portugalacândido; ingénuo
saterlanda frizonanaiv
svedanaiv
turkabön