Information du mot of (néerlandais → espéranto: ĉu)

Parti du discoursconjonction
Prononciation/ɔf/
Césureof

Exemples d’usage

U zult ons wel willen zeggen of wij aan het juiste adres zijn.
Indien gij dan nog twijfelt of hij zot is, zal ik twijfelen of gij het niet zijt.
Ik weet niet of dat waar is.
Ik twijfel eraan of ik zal worden uitgenodigd.
Hij liet niet merken of hij het met me eens was.
Waar het op aankomt is of de elven je zullen geloven.
Weet u ook of hij toen bezoek had?
Kijk of ze je bevelen uitvoeren.

Traductions

afrikaansof
allemandob
anglaiswhether; if
bas allemandov
catalansi
espagnolsi
espérantoĉu
françaissi
frison occidentaloft
kabylema
polonaisczy
scotswedder
tchèquejestli; zda; zdali
yidicheאױב