Information du mot affaire (néerlandais → espéranto: komerco)

Synonymes: handel, koopmanschap, negotie, nering, transactie

Parti du discourssubstantif
Prononciation/ɑˈfɛːrə/
Césureaf·fai·re
Genrehistoirement féminin, à présent aussi masculin
Plurielaffaires

Exemples d’usage

Deze laatste berekent,wat hij voor haar zal betalen, naar hetgeen hij veronderstelt dat zij hem in zijne affaire op zal brengen.

Traductions

afrikaanshandel
allemandHandel
anglaisbusiness; transaction
danoishandel
espagnolcomercio; negocio
espérantokomerco
féringienhandil
françaiscommerce
frison saterlandHondel
islandaisverslun
italiencommercio
latinnegotium
luxembourgeoisGeschäft
norvégienforretning
papiamentokomersio
polonaishandel
portugaiscomércio
suédoisaffär; handel
tchèqueobchod
thaïธุรกิจ; ธุระ
turcalışveriş